zaterdag 26 februari 2011

De dag van toen

Volgens mij worden tegenwoordig de trappen steiler gemaakt in vergelijking met vroeger. Ook zou het kunnen dat de treden hoger zijn, of dat het er meer zijn. Misschien komt het doordat het eerste verdiep tegenwoordig hoger ligt (doordat de mensen steeds groter worden, weet je wel) dan een gelijkvloers, maar ik heb gemerkt dat het moeilijk begint te worden vier treden tegelijk te nemen. Neen, heden is één trede mijn maximum.
Wat me ook is opgevallen, is de kleine druk die ze de laatste tijd gebruiken; kranten en weekbladen lijken steeds verder van me verwijderd te zijn wanneer ik ze vasthoud en ik moet scheel kijken om ze te kunnen lezen. Uiteraard is het gewoon onzin te verklaren dat iemand van mijn leeftijd een bril nodig heeft, maar de enige manier om van de actualiteit op de hoogte te blijven, is dat ik me hardop door mijn vrouw laat voorlezen.  Ook dat is echter niet zo bevredigend, want die begint met de jaren steeds zachter te praten zodat ik er slechts de helft van versta.
Alles is veel verder weg dan vroeger. Misschien is het door het verschuiven van de continenten en dergelijke, maar de afstand tussen ons huis en het treinstation is twee keer zo groot geworden. Op de weg er naartoe hebben ze bovendien een reusachtige heuvel aangelegd die ik voordien niet had opgemerkt. De treinen vertrekken trouwens ook eerder. Ik heb het opgegeven er hard voor te lopen omdat ze tegenwoordig sneller wegrijden wanneer ik ze nog net tracht te halen. Om van de service van het hedendaags personeel nog maar te zwijgen! Op iedere reis vraag ik zo’n conducteur een keer of tien of ik er bij het volgende station uit moet en altijd zegt die ‘nee’. Hoe kun je vertrouwen blijven stellen in zo’n negatieve conducteur? Meestal neem ik mijn spullen bij elkaar en ga met mijn jas aan en mijn hoed op in het gangpad staan, een aantal stations tevoren. Op die manier kan ik er zeker van zijn dat ik mijn plaats van bestemming niet zal missen. Het gebeurt af en toe zelfs dat ik een station te vroeg uitstap, om er zeker van te zijn dat ik niet te ver mee zal rijden.
Nog een heleboel dingen zijn de laatste tijd veranderd. Kappers, bijvoorbeeld. Die houden als ze klaar zijn geen spiegel meer achter je hoofd, zodat je jouw haar langs achter kan zien. Als we naar de cinema gaan, bewaart mijn vrouw tegenwoordig de kaartjes. Ik moest er maar eens op gaan zitten, wie weet. Ik ben ook tot de conclusie gekomen dat men tegenwoordig kledij van andere materialen maakt dan vroeger: mijn kleren hebben namelijk de neiging om te krimpen. De veters die ze in schoenen stoppen zijn nog nooit zo onbereikbaar geweest als nu.
Draaideuren draaien veel sneller dan vroeger. Ik moet steeds een aantal kansen voorbij laten gaan voor ik erin spring. Tegen de tijd dat ik dan genoeg moet heb verzameld om erin te springen, ben ik weer terug op de parking waar ik begon. Het is hetzelfde met golf. Ik stop ermee, want die moderne golfballen zijn zo verschrikkelijk moeilijk op te rapen. Autorijden heb ik ook opgegeven. Vroeger altijd coupés gehad, maar tegenwoordig maken ze die zo laag dat ik er zonder hulp van minstens twee man er niet meer terug uit geraak. En SUV’s maken ze in deze moderne tijden dan weer zo hoog dat je een ladder nodig hebt om er in te geraken. Stel je voor dat je je ladder vergeet mee te nemen, er terug uit dient te springen en hierbij armen of benen breekt…
Zelfs het weer verandert. In de winter is het merkelijk kouder en de zomers zijn warmer dan vroeger. Ik zou weg van hier willen, maar het buitenland is zo ver. Sneeuw is, volgens mij ten gevolge van zware CO2 in de lucht, ook veel zwaarder dan vroeger. Dat merk ik genoeg tijdens het sneeuwvrij maken van de stoep: de laatste jaren is dat een hele karwei geworden.
De mensen veranderen ook. Ze zijn bijvoorbeeld jonger dan men was toen ik hun leeftijd had. Zo was ik onlangs op een reünie voor oud-leerlingen van het Atheneum waar ik in 1951 afstudeerde en ik ben geschrokken wat voor pubers ze daar tegenwoordig als studenten toelaten. De gemiddelde leeftijd van een eerstejaars student zal niet ver boven de twaalf hebben gelegen.
Aan de andere kant zijn de mensen van mijn eigen leeftijd veel ouder dan ik. Ik realiseer mezelf wel dat mijn generatie zo langzamerhand de middelbare leeftijd nadert, maar dat stelt dan nog geen excuus om zich dan maar in een vergevorderde staat van seniliteit te storten. Zo kwam ik op café een oude kameraad tegen en hij was zo veel veranderd dat ik hem haast niet herkende. ‘Je bent wat in gewicht toegenomen Jan,’ zo sprak ik.
‘Het is die moderne voeding,’ antwoordde Jan. ‘Die schijnt meer aan de ribben te blijven plakken.’
‘Nog een Duvel?’ vroeg ik. ‘Is het jouw trouwens al opgevallen hoeveel slapper die Duvel tegenwoordig is?’
‘Alles is anders,’ repliceerde Jan. ‘Zelfs de voeding die je tegenwoordig eet. Je wordt er dikker van.’
‘Het is toch al een hele tijd geleden dat ik je gezien heb, Jan. Dat moet een paar jaar terug zijn geweest.’
‘Ik geloof dat de laatste keer vlak na de verkiezing was’, zei Jan.
‘Van welke verkiezing dan wel?’
Jan dacht een ogenblik na. ‘Die van toen Wilfried Martens eerste minister is geworden.’
Ik bestelde nog twee Duvels. ‘Is het jou opgevallen hoe slap die Duvel tegenwoordig is?’ vroeg ik.
‘Och jongen, het is niet meer zoals in de goede oude tijd. Weet je nog dat we samen naar The Missing Link gingen, whisky-cola bestelden en achter de wijven aangingen?’
‘Ja, de wijven, dat was nogal eens een tijd Jan’ zei ik. Maar dans je nog wel eens op rock-n-rollmuziek?’
‘Neen,’ antwoordde Jan, ‘ik ben teveel in gewicht toegenomen. Het schijnt van dat eten van tegenwoordig te zijn. Het blijft meer aan de ribben plakken.’
‘Ik weet het,’ zei ik, ‘dat zei je daarnet al.’
‘O ja?’ vroeg Jan.
‘Nog een Duvel?’ stelde ik voor. ‘Is het je trouwens al opgevallen dat de Duvel tegenwoordig veel slapper is dan vroeger?’
‘Ja,’ zei Jan, ‘dat heb je geloof ik al twee keer gezegd.’
Ik moest nog steeds aan die arme, oude Jan denken terwijl ik me vanmorgen stond te scheren. Ik onderbrak mijn bezigheid en riep mijn vrouw erbij: nu moest ik toch echt weten waarom men tegenwoordig voor spiegels een ander soort glas gebruikt.