zaterdag 20 mei 2017

“Gooi die 160 euro maar in de Maas”


De werken in Antwerpen. Ze hebben al voor heel wat miserie gezorgd, er zal nog veel meer leed van komen. Volgende maand zullen namelijk de ganse Leien afgesloten worden. Filestaanders zullen voor nogal wat CO2-uitstoot zorgen, daar in de lage emissiezone. Er zullen mensen te laat op hun werk komen. Ontslagen worden, omdat ze al voor de zoveelste keer te laat komen. Af en toe zal er een dronken toerist binnendoor willen rijden langs de Meir. En aanzien worden voor een terrorist natuurlijk, dat spreekt voor zich. Probeer maar eens uit te leggen dat je gewoon de kathedraal kwam bezoeken, wanneer er per ongeluk nog een kalasjnikov in je koffer ligt.

Maar goed. De Leien liggen voorlopig nog niet helemaal open en toch was het deze week al miserie. Aan het kruispunt met de Kipdorpbrug is men daar al hard aan het werken. En nog harder aan het klungelen. Reed er daar toch wel een pannenkoek met een bulldozer een hele stapel metalen hekken omver zeker! Geen enkele voetganger die er nog door kon. En ik dus ook niet. Het verkeerslicht werd groen. En weer rood. En alweer groen. Nogmaals rood. Pas bij de vierde keer groen had de bulldozerhooligan zijn boeltje zo gemanoeuvreerd, dat iedereen weer kon passeren. Aangekomen op de Rooseveltplaats, zag ik bus 427 net vertrekken natuurlijk. Verdomme, een uur wachten op de volgende.

Even een colaatje gaan drinken om het wachten wat draaglijker te maken dan maar. Bij Café Manila. Ik zette me aan de toog, naast een meneer die kennelijk al niet meer aan zijn eerste pintje bezig was. Ook niet aan zijn tweede trouwens. Met een rood aangelopen hoofd zat hij recht voor zich uit te staren. Recht in het decolleté van de serveuse, die glazen aan het spoelen was. Een jaar of vijfentwintig en van Oost-Europese komaf. Benen als poten van een biljarttafel. Een middel als dat van een nijlpaard. Maar haar decolleté, die was wel de moeite. Haar cupmaat kon ik niet gokken – vanaf pakweg een D was ik het spoor bijster – maar tussen haar linker- en haar rechterborst kon u gerust een Duitse herdershond verstoppen.

Hey”, hoorde ik plots de meneer met het rood aangelopen hoofd. Hij had zich omgedraaid naar mij. “Zijt gij al eens naar de hoeren geweest?”

Ja”, antwoordde ik, “welgeteld één keer. Maar ik ben er wel ineens de godganse dag blijven plakken. En bijna gestorven ook. Maar dat is een lang verhaal.”

Ik… ik ben vandaag speciaal naar Maasmechelen gereden”, spreekt het sujet. “Om er deze hoer te ontmoeten.” Hij haalde zijn smartphone boven en toonde me een advertentie van een prostituee. “Zoudt… zoudt gij haar doen?”

Tja”, stamelde ik. Ik dacht na. Wat moest je zeggen om zo’n beschonken kerel niet tegen je in het harnas te jagen? Zeggen dat je haar zou naaien tot je voorhuid erbij wegsmelt? Of hem wijsmaken dat je nog liever je tampeloeres in de muil van een krokodil zou steken dan in de gaatjes van dergelijk schepsel?

Gelukkig was hij me voor. “Niet doen”, klonk het. “Bespaar jezelf de trip naar fucking Limburg. Gooi liever je 160 euro ginder in de Maas, dan ze aan haar te geven. Ik dacht: zo’n schoon kind. Daar wil ik het wel eens mee doen. In haar advertentie belooft ze je de hemel op aarde. Pijpen zonder condoom, tongkussen, alle standjes die je maar wil, klaarkomen op haar mooie gezicht, noem maar op. Ik een afspraak gemaakt en met een broek vol goesting naar ginder. Ik zou haar alle hoeken van haar slaapkamer laten zien, om te eindigen met een knaller in dat mooie snoetje van haar.”

Toen ze de deur opende, sloeg mijn hart een slag over. Ze was wel een beetje kleiner dan ik had verwacht, maar voor de rest nog mooier dan op de foto. Ik werd nog geiler. Maar toen begon het. Ik moest me eerst opfrissen en zij zou me daarbij helpen. Ze heeft mijn lul gewassen met een of ander desinfecterend middel. Met een schuurspons! Dan. Pijpen zonder deed ze niet. Kussen alleen maar als ik vijftig euro extra zou betalen. Dat vond ik er een beetje over. Tijdens het neuken trok ze zo’n afschuwelijke snoeten dat ik er mijn erectie bij verloor. Op z’n hondjes dan maar? Neen, dat ging niet, want madam had een zere knie. Dan wilde ze mij manueel bevredigen. Maar mijn lid deed nog pijn van haar schrobbeurt eerder. Uiteindelijk stond ik drie kwartier later weer op straat, zonder een hoogtepunt beleefd te hebben en 160 euro armer. Ik zweer het je: je gooit je geld beter in de Maas dan dat wijf te bezoeken!” Dan pauzeerde hij even, dacht bedenkelijk. Alsof hij bij zichzelf checkte of het echt wel allemaal gegaan was zoals hij had verteld. Om tot slot te vragen: “En gij? Gaat gij wel eens naar de hoeren?”


Nee,” antwoordde ik. “In het weekend gooi ik 160 euro in de Schelde, op weekdagen in de Maas. En als u me nu wilt excuseren: ik moet mijn trein naar Maasmechelen nog halen.”

1 opmerking: